Zoeken in deze blog

zondag 24 februari 2013

Alles hypet


De paardenvlees hype





Wat een ongelofelijke hype, die paardenvlees affaire. Alsof er iets nieuws onder de zon is. Ik heb jarenlang bij de Keuringsdienst van Waren gewerkt (nu nVWA) en een van mijn belangrijkste aandachtsgebieden was het onderzoek van toevoegingen aan vleeswaar. Want geknoeid werd er! Slagers en fabrikanten (natuurlijk de knoeiers onder hen, niet de consciëntieuze vakmensen) waren er altijd op uit om meer water of goedkopere vleessoorten in hun vleeswaar te verwerken zonder dat dat op het etiket werd vermeld. Dat vergde constante aandacht.
                Het was aanvankelijk helemaal niet zo gemakkelijk om aan te tonen dat er geknoeid werd, maar in de negentiger jaren kwamen er biochemische technieken beschikbaar waarmee je toch op een eenvoudige manier vast kon stellen dat het geval was. Varkensvlees in rundergehakt, soja of melkeiwit in vleeswaar, kalkoen in de kippensaté, paardenvlees in de rundvleeskroketten, soja of melkeiwit in de ham, alles was mogelijk en het werd ook allemaal aangetroffen. Maar een hype bleef toen achterwege omdat alles onder de pet moest blijven.
                We hebben er destijds bij de KvW hard aan gewerkt om betrouwbare methoden te ontwikkelen. Dat lukte prima: met immunochemische methoden of DNA hybridisatie konden we voor een paar euro per monster al ontdekken of er in een product varkens-, paarde-, kalkoen-, schaap- of ander vlees aanwezig was. Zowel in rauwe als gesteriliseerde vleeswaar!
                Ik kwam in die tijd wel eens op biochemische congressen waarbij wetenschappers allerlei interessante verhalen hadden over kankeronderzoek e.d. Als mij dan bijvoorbeeld tijdens de lunch vroegen waarmee ik me zo bezig hield vond ik het wel eens gênant om te moeten zeggen “met de identiteit van de Nederlandse gehaktbal”, maar de technieken de we gebruikten waren net zo geavanceerd als die zij gebruikten. Alleen … het moest allemaal goedkoop om een grote doorstroom te hebben. Je kon nu eenmaal geen honderden guldens uitrekken om te kijken of er varkensvlees in rundergehakt zat. Dus eerst een screeningsreactie om zoveel mogelijk zondaars er uit te pikken en daarna een bevestigingsmethode om het zeker te weten. Dat liep allemaal als een trein.
                Maar de belangstelling binnen de KvW was nihil. Er werd daar gereorganiseerd. Na de transfer van gemeentelijke dienst naar rijksdienst fuseerde de KvW met haar toezichthouder vanuit het ministerie van VWS, de Inspectie voor de Volksgezondheid belast met het toezicht op levensmiddelen. Nog later brak er een, wat binnen de Keuringsdienst van Waren “Boerenoorlog” genoemd werd, los. Het Ministerie van LNV keek al lang met begerige ogen naar de KvW en wilde die graag annexeren en laten fuseren met haar eigen vleeskeuringsdienst, het RVV die in slachthuizen actief was.  
               We weten hoe dat afgelopen is. De KvW is uiteindelijk van het Ministerie van VWS losgemaakt en onder de hoede gekomen van LNV (dat op zijn beurt weer is overgenomen door Economische zaken). De KvW heeft zich met hand en tand verzet tegen die overname door LNV. Er werd van alles uit de kast gehaald om duidelijk te maken dat volksgezondheid bij LNV niet in goede handen zou zijn. Op een gegeven moment werden zelfs plannen bedacht (en uitgevoerd) om iedere week met een aan volksgezondheid gerelateerde affaire de media te halen om vooral duidelijk kenbaar te maken dat de KvW bij het Ministerie van Volksgezondheid moest bijven. Maar een zaak als paardenvlees in rundvleeskroketten hoorde niet bij de zaken waarmee je de aandacht kon trekken. Althans … dat werd gedacht, en dus werd het ook niet geprobeerd.