Zoeken in deze blog

woensdag 8 oktober 2008

Hoezooo bootje



    Het afgebeelde stuk kaas lag in mijn koelkast. Ik heb het voor de foto wat opgesierd. “Nee” zei R. ik snijd kaas altijd netjes af. Maar wie maakt er dan wel zo’n misbaksel van? De strafrechtgeleerde Pompe (jawel, van de kliniek) schijnt eens gezegd te hebben dat ze mensen die afgebrande lucifers in het doosje terugstopten maar moesten ophangen (of kop eraf o.i.d., zo precies weet ik dat niet meer). 
    Veel kans om die straf te voltrekken is er nu niet meer want iedereen heeft een aansteker of rookt niet meer. Maar het bootje-snijden van kaas en het op zijn kant leggen van sta-tubes is net zo irritant en ook daar zou je onmiddellijk de doodstraf weer voor moeten invoeren. A capital sin! “Head off, said the Queen of Hearts.” Zo is het… kop er af. Ik heb Pompe † aan mijn zijde.

dinsdag 7 oktober 2008

Idolatrie

    Uit de krant: “ZUTPHEN - Het college van B&W in Zutphen staat heel positief tegenover een idee om Zutphe-naren van betekenis te eren met een plaquette op hun woonhuis."
    Wethouder van Oosten kreeg van een verslaggever van de Stentor de vraag voorgelegd waarom de in Zutphen geboren schrijver, diplomaat en wetenschapper Robert van Gulik, daar nauwelijks erkenning krijgt. Uit China en Japan komen mensen kijken naar zijn geboortehuis, maar in Zutphen zelf is hij volledig onbekend.
    Van Oosten heeft de vraag met enthousiasme voorgelegd aan B&W. Het plan wordt nu verder uitgewerkt. Er wordt onderzocht om welke Zutphenaren het gaat en hoe er aandacht aan zal worden gegeven. Ook behoort een speciale wandeling langs de huizen tot de mogelijkheden.”
    Zijn ze nou helemaal van lotje getikt? Zutphenaren van betekenis? Wie zijn dat? Harm Edens, bekend van radio en teevee; Filemon Wesselink, bekend van spuiten en slikken; Jochem Myer, bekend komiek; Paul Rodenko; H.C ten Berge; J.C. Bloem? 
    De laatste vast en zeker. Dan heb je immers meteen twee woonhuizen in een klap: eentje aan de Deventerweg en een aan de Warnsveldseweg. Maar Bloem heeft hooguit een jaar in Zutphen gewoond, waar hij volgens zijn biograaf Söteman met grote tegenzin iedere dag op de rechtbank verscheen, maar daar weinig uitvoerde. Hij vond Zutphen maar een suffig stadje.
    Jammer dat Ida Gerhardt in Eefde woonde. Nu gemeente Lochem. Maar misschien een bidbankje vóór haar gedicht op de Walburgtoren? Dan kunnen alle mensen die idolaat van haar zijn toch nog terecht.

Ik zou zeggen: Van Oosten ... doe iets nuttigs voor de gemeente en hou je verre van dit soort flauwekul!

zondag 7 september 2008

Radio vier (1)

    Luisteren naar radio vier is geen onverdeeld genoegen. Speciaal in de zomermaanden gaat men zich daar te buiten aan herhalingen van vroeger uitgeonden concerten en het overnemen van festivals die in het buitenland plaats vinden. Duffe programmering, ze zijn daar echt aan het Mozart Bach en Händelen. Ook erg gemakkelijk, want je kunt het allemaal programmeren op de automatische piloot.
    Wat ondanks de zomerprogrammering doorgaat zijn de spelletjes, bijvoorbeeld in het AVRO programma “Licht op Vier”, dat gewoonlijk door Hans van den Boom wordt gepresenteerd. Een van die spelletjes is “Nootschieten”, dat omstreeks half één wordt uitgezonden. Er wordt daarin een muziekfragment uitgezonden (van een paar seconden maar) en je moet dan raden uit welk muziekstuk dat fragment komt. 
    Moeilijk, want het fragment is maar heel kort, en er is soms maar weinig herkenbaars te horen. Nootschieten nu, wordt gekaapt door lolbroeken die of steeds buccaal of anaal de “art of fart” aan het oefenen zijn, of die ophangen zodra ze in de uitzending zijn. En dan heb je ook nog notoire voorkruipers met een plank voor hun kop die altijd bellen, als het kan twee keer – ook ook al hebben ze geen idee om wat voor muziekstuk het gaat – maar die kennelijk graag zichzelf horen. Door dat frequente bellen menen ze zich ook nog een een grote gemeenzaamheid met de presentator te kunnen veroorloven.“Dag Hans…goedemiddag, daar ben ik weer!"
    Immers ... als je zo vaak belt dan wordt je toch een beetje vriendjes, is het niet! Ene Cees/Kees spant met dit gedrag de kroon, maar ook ene heer Dohmen weet vaak in de uitzending te komen. Invallend presentator Peter Bree begon het spelletje eens met de opmerking: “zo, dan wachten we nu op het telefoontje van Cees!” Zelfs als Cees/Kees er fijntjes op gewezen wordt dat hij wel erg vaak belt doet hij of zijn neus bloedt. Dat alles maakt dat je die tegen half één maar snel switcht naar een andere zender.
    Dan heb je bij radio vier op de internetsite ook nog een zgn Forum, waar mensen hun opmerkingen kwijt kunnen. Dat forum wordt net als Nootschieten verpest door een kliekje “wethouder Hekking”-achtige figuren die, schrijvend in de zekerheid van de eigen heerlijkheid (met dank aan Harry Prick) hun irritante piesjes en poepjes achterlaten. Ene “Rolfke” spant daarin de kroon. Rolfke hier, Rolfke daar, Rolfke overal. In ieder sub-forum laat hij zijn geurvlaggen achter. Je zou Rolfke, die iets in communicatie schijnt te doen (tenminste hij meldt ergens dat hij het druk heeft met assessments en communicatie) als advies de raad van de vader van Stampertje (het vriendje van Bambi) mee willen geven: “als je niks leuks te vertellen hebt, hou dan je mond maar”
Hoe een zender verpest kan worden door een paar nitwits.

woensdag 16 juli 2008

Schoolfruit

    De Europese Commissie heeft een plan gelanceerd om schoolfruit te introduceren op basischolen. Is dat verstandig? Wie profiteert daar nu van?
    Martijn Katan, hoogleraar voedingsleer aan de VU in Amsterdam doet in zijn dit jaar verschenen boekje “Wat is nu gezond” nogal laatdunkend over fruit. “Het is vooral goed om wat er niet in zit, en niet om wat er wel in zit”.
    "We hopen dat kinderen de cola en frieten laten staan", zei EU-commissaris Mariann Fischer Boel (Landbouw) bij de introductie van het plan. En ze maakte ook nog de de opmerking dat in Europa 22 miljoen jongeren te zwaar zijn.
Maar snoepen kinderen nu minder als ze fruit eten, en worden ze dan minder dik?
    “Nooit uitgezocht” stelt de hooggeleerde Katan. En wat voor effect heeft dat dan op de tanden? Appels – en en ander fruit – zitten vol met zuur en dat kan samen met al die suikers die in fruit zitten desastreuze gevolgen hebben voor het gebit. Misschien wel net zo slecht als het eten van snoep en chocola.
    Iets positiefs? Fruit zit toch boordevol met vitamines? Katan: “Appels, druiven en peren bevatten nauwelijks vitamines. Citrusfruit is rijk aan vitamine C maar daar krijgen we al genoeg van binnen”
    Als je de EU plannen op de keper beschouwd lijkt vooral één argument de doorslag te geven: de afzet van fruit krijgt een stimulans. Eén groep mensen zal daar in ieder geval razend enthousiast over zijn: de fruittelers. Bij hen zal dit plan zeker in de smaak vallen. Hou vooral de mythe in stand: het levert geld op.

woensdag 21 mei 2008

Tja, dat was een teleurstelling voor die Grunningers. De aardappel die zo was bewerkt rook alleen maar naar pus.        Niks echte Veenkoloniale lucht.
    Doe het beter, neem een vieze aardappel! De bacterie die gaat groeien, die maakt die lekkere lucht. Bij een schone aardappel ruikt het ook vies, maar niet naar Veenkoloniën.

dinsdag 1 april 2008

















Nostalgie voor Grunningers
    Vroeger ... ja vroeger, toen was alles beter. Veel Groningers zullen heimwee hebben naar de heerlijke lucht van de Veenkolonien. 
    Daar valt wat aan te doen.
Snij een aardappel doormidden en doe hem in een kommetje water. Zet het geheel onder je bed en laat het minstens drie weken staan. Succes!
Les odeurs d'antan!

maandag 17 maart 2008

Heidegger in de gloria

Heidegger
    Waarom zou je je in het werk van Heidegger willen verdiepen? Moeilijk… duister, een eigen woordgebruik, je moet iedere zin tienmaal lezen voordat je hem begrijpt, als dat al lukt. Een kwestie van zelfkwelling?
    Ik volg een cursus “Heidegger” in Nijmegen. Een kwestie van toeval. Ik had liever een andere filosoof gekozen maar dat schikte niet vanwege dag en tijd. Heidegger dus, met moeite. Ik ga er één keer per week heen, soms met lood in de schoenen want er gaat veel langs me heen. Maar toch blijft er een enorme nieuwsgierigheid hangen. Kom ik achter de betekenis van al die duistere zinnen?
    Na afloop van een van die Heidegger sessies kocht ik in de St. Stevenskerk, waar boekhandel Selexyz een boekenmarkt had georganiseerd, het boekje De draagbare Wesselink. De Leidse historicus Wesseling heeft jarenlang columns geschreven voor de NRC en heeft onder andere geschreven over koloniale verhoudingen in Afrika “ Verdeel en heers”. 
    Willem Otterspeer, de bezorger van het boek schrijft in zijn inleiding “Henk Wesseling, draagbaar van zichzelf”: Wesselings theoretische bevlogenheid heeft ongeveer de intensiteit van een licht schouderophalen, maar dat neemt niet weg dat hij meer gelezen heeft dan hij voorwendt. Niet altijd overigens: als hij beweert Heideggers Sein und Zeit wel tot en met pagina 37 gelezen te hebben, dan dient dat met het grootst mogelijke wantrouwen bekeken te worden.
    Dat geeft troost. Ook hij dus, dacht ik. Ik sta niet alleen als ik er niet door kom.
Maar weer wat later kwam ik een artikel van Arnold Heumakers in de NRC tegen die er een andere kijk op had: “[…] Ik herinner mij mijn worsteling met Heideggers ondoorgrondelijke proza, het heeft mij een bijna onmenselijke moeite gekost – die later, toen ik er toch enigszins in wist door te dringen, bleek te corresponderen met de onmenselijke filosofie die in Heideggers oeuvre wordt uitgedrukt. 
    De moeite bleek achteraf deel uit te maken van de betekenis. Geen beter middel dan een onmenselijk moeilijk oeuvre om – tijdelijk – buiten jezelf te raken, weg van alle gewoontes en alle gemeenplaatsen waaruit we voor minstens driekwart bestaan. Met de taal die je zo leert spreken, kun je bij de bakker geen brood bestellen. En als je er ook buiten de lectuur in gaat praten, raak je al je vrienden en bijna al je vriendinnen kwijt. Toch heb ik nooit eerder zo hevig de greep van de taal op mijn gewone manier van denken en ervaren beseft als toen - toen ik dankzij Heidegger even van die taal los kwam […]”
    Zou dat het zijn wat me zo nieuwgierig maakt naar Heidegger? Moet ik me toch maar door dat ondoorgrondelijk mystieke taalgebruik heenworstelen? Maar de vertwijfeling overviel me weer toen ik een zin las als: “Wat is dit: telkens de eigen dood hebben? Het is een vooruitlopen van het erzijn op zijn voorbij als een in zekerheden volledige bepaaldheid aanstaande uiterste mogelijkheid van het eigen zelf. Erzijn als menselijk leven is primair mogelijk zijn, het zijn van de mogelijkheid van een zeker en tevens onbepaald voorbij”
    Ik las het voor aan R. “Begrijp jij het?”
“Ga jij maar boodschappen doen,” zei ze. “Maar bezig heldere taal bij de bakker, anders hebben we niets te eten.”

maandag 11 februari 2008



Negende Geschiedenis van Gezaguit: MINNEBRIEVEN door MULTATULIHassan verkocht dadels in de straten van Damaskus. Als ik zeg dat hy die verkocht, bedoel ik eigenlyk dat hy ze niet verkocht, want z'n dadels waren zoo klein, dat niemand die koo-pen wilde.
Met verdriet en afgunst zag hy hoe ieder den ryken Aouled begunstigde, die naast hem woonde op 'n mat. Want ze woonden op matten, in Damaskus, met zeer hooge verdieping, omdat ze geen dak boven zich hadden. De rykdom van Aouled bestond dan ook niet in huizen, maar in 'n tuin die zeer vrucht-baar was, ja zóó vruchtbaar, dat de dadels die er groeiden zoo groot waren als drie gewone dadels. En daarom kochten de voorbygangers de dadels van Aouled, en niet de dadels van Hassan.Daar kwam in de stad 'n Derwisch die wysheid te veel had, en te weinig voedsel. Althans hy ruilde z'n kennis voor spyze, en men zal zien hoe onze Hassan wèlvoer by dien ruil.-- Geef my te eten, gebood hem de Derwisch, dan zal ik doen wat geen Khalif voor u doen kan. Ik zal het volk dwingen uw dadels te koopen, door die groot te maken, ja, grooter
dan de vruchten van Aouled. Hoe groot zyn die?-- Helaas, Derwisch van Allah gezonden -- ik kus uwe voe-ten -- de dadels van Aouled -- Allah geef hem krampen -- zyn driemaal grooter dan gewone dadels! Treed binnen op m'nmat, kruis uwe beenen, wees gezegend, en leer me m'n dadels grootmaken, en het volk dwingen die te koopen.
Hassan had kunnen vragen, waarom de Derwisch die zoo bekwaam was, spyze behoefde? Maar chicaneeren deed Hassan nooit. Hy zette z'n gast gekookt leder voor, alles wat hy over had van 'n gestolen geitebok.De Derwisch at, verzadigde zich, en sprak
-- Driemaal grooter dan gewone dadels zyn de vruchten van uw buurman, hoe groot wilt ge dat de uwe worden, o Hassan, zoon van ik weet niet wien?Hassan bedacht zich even, en zeide: -- Allah geve u kinderen en vee! Ik wenschte dat m'n dadels driemaal grooter waren, dan ze door u kunnen gemaakt worden.-- Zeer wel, sprak de Derwisch. Zie hier 'n vogel, dien ik meebracht uit het verre Oosten. Zeg hem dat elk uwer dadels zoo groot is als drie van uw dadels.
-- Ik wensch u vrouwen en kameelen, o Derwisch -- die aangenaam riekt als olyven -- maar wat zal het baten of ik dezen vogel zeg wat niet is?
-- Doe naar m'n zeggen, hernam de wyze man. Daarvoor ben ik Derwisch, dat ge my niet begrypt.
Hassan kromp in, en zeide: -- Ik ben uw slaaf, o vogel Rock! M'n vader was 'n hond . . .
en elk myner dadels is zoo groot als drie van m’n dadels!
-- 't Is wel, zei de Derwisch. Ga zóó voort, en vrees Allah
Hassan ging zoo voort. Hy vreesde Allah, en vertelde maar altyd door aan den vogel, dat z'n dadels onmogelyk groot waren.
Het loon der deugd bleef niet uit. Nog geen driemaal had de Khalif al de bewoonsters van z'n harem laten ombrengen... noch had geen moeder den tyd gehad haar dochters behoorlyk gereed te maken voor de markt te Roem‡) nog had Hassan geen enkel verdwaald geitenbokjen ontmoet, om hem gezelschap en in 't leven te houden op z'n mat, en ziedaar, de vogel riep: -- Myn vader is 'n hond . . .
Dat was niet noodig, maar hy zei 't Hassan na. . . . m'n vader is 'n hond, kryg lengte van veeren, de dadels van Hassan Ben ) . . . Ik weet den naam van Hassan's vader niet, en als de man 'n hond was, komt die er ook niet op aan.
-- De dadels van Hassan zyn driemaal grooter dan ze zyn.
Toen waren er betweters in Damaskus, die dit tegenspraken. Maar 't duurde niet lang. Er was namelyk in de stem des vogels iets dat de lucht deed trillen op 'n wyze die invloed had op de straalbreking. De dadels groeiden, groeiden . . . in aller oogen!
En de vogel riep maar al voort:
-- De dadels van Hassan zyn driemaal grooter dan ze zyn!
En ze groeiden! Men overgaapte zich om er in te byten. En Aouled werd zeer mager. Maar Hassan kocht veel geitebokken en lammeren, en hy bouwde een dak over z'n mat. Hy werd zeer eerlyk, en vond het schande als iemand die zelf geen lammeren had, een opat van de zynen. En hy ging voort Allah te vreezen.
Deze vroomheid en die rykdom had hy te danken aan den kleinen vogel, die altyd hetzelfde zei, en leugen tot waarheid maakte door herhaling. Ieder vond Hassan's dadels groot, ieder
was gedwongen die te koopen, ieder. . .Behalve Hassan zelf, die in stilte zich voorzag by Aouled, wiens eenige klant hy was.
*) Rock is 'n reuzevogel in de mythologie van het Oosten. Onze kasteelen in 't schaakspel waren vroeger Olifanten, nog vroeger: rocks.Van hier 't woord rokeeren.
) Indaloes = Pertjah = Sumatra. Ik denk dat het een Beo was, die over Sumatra van Nieuw-Guinea kwam. Het woord Beo (nababbelaar, naklapper) zou wel eens de rationeele wortel van Biologie kunnen we-zen. Op gelyken grond heeft misschien: logos 't aanzyn aan ons: leugen geschonken. Zie 't evangelie van Johannes, cap. I. vs. 1.
) Ben = zoon.

Hassan wenschte den vogel lengte van veeren, en noemde hem Rock. Maar 't was geen rock. *) 't Was 'n kleine vogel die wel wat op 'n raaf geleek, met losse tong en hippelenden tred. De Derwisch had hem meegenomen van Indaloes †) waar hy was aangebracht door kooplieden, die over zee waren gekomen uit het land waar de menschen op negers gelyken, schoon 't ver is van Afrika. Dat Hassan het beest ,,rock" noemde, was omdat hy had opgemerkt dat iemand wien men iets vraagt, uitdyt. En ook 't omgekeerde. Wie wat noodig heeft van 'n ander, krimpt in. Zoo was 't in Damaskus.
En dit is alzoo gebleven tot op dezen dag.
‡) Konstantinopel.


MDW

Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit... een "ever lasting" story?


   De Nederlandse levensmiddelenwetgeving is te complex, te ondoorzichtig en te gedetailleerd. Doe voorstellen hoe we daar verbetering in kunnen brengen. Dat was voor de interdepartementale MDW-werkgroep levensmiddelen-wetgeving het uitgangspunt. 
    Tegen zo’n uitgangspunt valt weinig in te brengen, want complex en ondoorzichtig is die wetgeving zeker. Tegen de aanbevelingen van de werkgroep om tot rigoureuze deregulering over te gaan valt tot op zekere hoogte evenmin veel in te brengen. Als het beschermingsniveau van de consument t.a.v. gezondheidsrisico's voldoende wordt gewaarborgd - een harde randvoorwaarde voor de werkgroep - dan kan er ongetwijfeld veel opgeschoond en gedereguleerd worden en zouden er veel zaken aan het zelfregulerend vermogen van de markt overgelaten kunnen worden zonder dat de belangen van de consument in het gedrang komen. 
    Dan zou de overheid zich kunnen beperken tot publiek toezicht op private toezicht activiteiten, een trend die met de introductie van HACCP toch al sterk in gang is gezet. Toch schuilt er een addertje onder het gras. Met name zaken als productsamenstelling in relatie tot etikettering (essentieel voor informatie van de consument) komen er in het rapport bekaaid af. Wat al te gemakkelijk wordt verondersteld dat dergelijke zaken wel in de sfeer van private enforcement tot een oplossing zullen komen. Is de (voornamelijk juridische) achtergrond van de werkgroepleden er misschien debet aan dat het handhavingsinstrumentarium hier wat wordt overschat? Mij schiet bij private enforcement tenminste altijd het gezegde “wie procedeert om een koe, die geeft er een toe” in gedachten. Een anekdote bij wijze van voorbeeld.

    Een Duitse collega vertelde me hoe in België twee producenten van levensmiddelen met elkaar in de clinch raakten over een simpel etiket. Producent A (uit Spanje) produceerde een product waarin amandelen verwerkt waren. Omdat die amandelen op het etiket duidelijk waren afgebeeld en het etiket daardoor een aanprijzend karakter had gekregen) had hij de hoeveelheid ook netjes kwantitatief in de ingrediëntendeclaratie opgegeven. Producent B maakte een vergelijkbaar product, ook met de (gelijke) hoeveelheid amandel netjes vermeld, echter... wel voor een veel lagere prijs! Zo laag, dat A tot de conclusie kwam dat zoiets alleen maar kon als er veel minder amandelen in verwerkt waren dan op het etiket was vermeld! Eigen laboratoriumonderzoek van A bevestigde dat vermoeden.

    Nu zou je als producent in Nederland misschien in zo'n geval proberen de Keuringsdienst van Waren voor je karretje te spannen. Die heeft immers mogelijkheden om de receptuur ter plaatse na te trekken. De zaak speelde echter in België en op de een of andere manier had A weinig vertrouwen in de mogelijkheden van de Belgische "Eetwaren-inspectie". Hij begon dus een civielrechtelijke procedure tegen B. En toen begon er een procedure die gaandeweg nachtmerrie-achtige proporties aannam. De ene deskundige na de andere werd ingehuurd om de productsamenstelling te ontrafelen maar niemand kwam er echt uit, omdat producent B beweerde "bijzondere techno-logische procedés toe te passen waardoor de samenstelling van het product niet meer te analyseren zou zijn.

    De ene deskundige ontkende dat zo'n proces dat effect had, de andere ging erin mee: de zaak liep volkomen vast. Mijn zegsman (als vierde deskundige bij de zaak betrokken) verhaalde met smaak hoe bij de eerste bijeenkomst waarbij hij aanwezig was geweest beide partijen waren begonnen elkaar voor rotte vis uit te maken met opmerkingen over de dubieuze Spaanse zakenmoraal, gepareerd met opmerkingen als "...et vous etes tous racistes...sans doute sympathisants du Vlaams Blok!". Het had maar weinig gescheeld of de comparanten waren elkaar in dat pompeuze Brusselse "Palais de Justice", die wanstaltige suikertaart, letterlijk in de haren gevlogen.
Meer dan 10 jaar bleek er nodig te zijn om die zaak tot een oplossing te brengen, en dat allemaal omdat de mogelijkheden om een complex ingrediënt "kwantitatief" te kunnen bepalen grandioos waren overschat. Als private enforcement van etiketteringsvoorschriften tot dat soort situaties leidt dan is het nog maar de vraag of het bedrijfsleven veel met deregulering opschiet. In ieder geval valt te hopen dat de wetgever voor het handhaven van etiketteringsregels adequate constructies zal bedenken de boven geschetste situaties te voorkomen.

    Wat betreft de wettelijk vastgelegde productbenamingen stelt de werkgroep voor om het aantal hiervan drastisch te beperken. Dat is vanzelfsprekend geheel in overeenstemming met het EU standpunt dat wettelijk verplichte productbenamingen en identiteits-standaarden een belemmering vormen voor productontwikkeling en de culinaire verscheidenheid binnen de EU geen recht doen. The EU rejects recipe law; iedere EU functionaris schreeuwt het van de daken en men kijkt in Brussel nogal eens verliefd naar kwantitatieve ingrediënten-declaratie (QID) als panacee om zowel de product-samenstelling vrij te kunnen laten als informatie aan de consument te waarborgen. 
    Helaas is het zo dat we, ondanks het feit dat er op kwalitatief gebied ontzettend veel mogelijk is, als het erom gaat het gehalte van een ingrediënt te bepalen vaak met lege handen staan, zeker als niet om een additief maar om een samengesteld ingrediënt gaat. Als die tekortkomingen in de controle zich nu al voordoen dan zal dat bij een vrijere product-receptuur alleen maar slechter worden. De Consumentenbond heeft geen ongelijk als ze stelt dat de overheid in haar streven om te dereguleren een zware wissel trekt op het vertrouwen van de consument.