Zoeken in deze blog

zaterdag 21 november 2009

Balkenende's Bimbo Box

Ach ja, wat een zieligheid, die vakantievilla van ons kroonprinselijk paar in Mozambique. Slechte regie, onvoldoende de Kamer voorgelicht: kan het nog erger?
Balkenende heeft zich in deze affaire eerder gedragen als “eerste bediende”, als iemand die het tafelzilver voor een staatsbanket nog even mag recht leggen dan als “eerste dienaar”, iemand die zelf ook aanzit. Zijn functie: eerste minister, zou toch op het laatste moeten wijzen. Zo overduidelijk gepiepeld te worden door “de Prins”, zijn gedrag goedpraten (dat moet immers als gevolg van de ministeriële verantoordelijkheid), dan de volgende dag een briefje krijgen dat het paar er vanwege alle commotie (en waarschijnlijk toch ook om de belangen van de familie veilig te stellen) toch maar van af ziet, en dan ook nog onderdanig alle schuld op je schouders moeten nemen! Het is niet meer van deze tijd. Die krampachtigheid, die onderdanigheid … het plaatsvervangend schaamrood stijgt je naar de kaken. Niet eens zozeer vanwege wat JPB – die dit net na zijn mislukte kandidatuur voor het voorzitterschap van de Europese Raad ook nog eens voor zijn kiezen kreeg – nu gedaan of nagelaten had, als wel vanwege de ultieme kruiperigheid die hij uitstraalde. Het was alsof je naar een Bimbobox zat te kijken. Je gooit er een muntje in en de aapjes beginnen te trommelen: het vaste riedeltje wordt afgedraaid. Het was allemaal “deja entendu” en vernederend!
Zoals eerder in deze blog: le premier roi fut un soldat heureux. De eerste koning, dat werd een soldaat die geluk had. Dat zei Voltaire, en het valt na te lezen in Multatuli’s zevende geschiedenis van het gezag uit de Minnebrieven. De nakomelingen van die eerste koning leven nog steeds in de glans van koning Krates die borstweringen van boomstammen met duim en middelvinger omverknipte en die dertien vijanden kon doodslaan met één slag. Kan onze kroonprins dat ook? Of is het gewoon een kleine Krates die meent er recht op te hebben koning te worden omdat zijn moeder in een hut samenwoonde met de grote Krates.
Het bizarre is dat dit wel tot in de eeuwigheid door lijkt te gaan. We hebben in Nederland maar liefst twee Republikeinse genootschappen. Het oudste bestaat uit een “closed shop” van bejaarden die hun kunstgebit ’s avonds in oranjebitter te desinfecteren legt en dat gezellig wat discussieert over staatsrecht, en het Nieuw Republikeins Genootschap munt ook niet uit in activiteit. Te vrezen valt dat we ondanks gebabbel over ceremonieel koningschap tot in lengte van jaren nog met dit abjecte systeem van een erfelijke koningschap met ministeriële verantwoordelijkheid opgescheept zullen zitten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten