Erg positief denk ik niet over het nut van geschiedeniscanons. Canonieke kennis is bedoeld kennis te leveren die iedereen moet weten. Een geschiedeniscanon zou dan nuttig zijn om bijvoorbeeld allochtonen (maar niet alleen hen) op een eenvoudige manier wegwijs te maken in de Nederlandse geschiedenis, zodat ze niet met hun mond vol tanden staan als er over dat onderwerp gesproken wordt. Een aantal jaren geleden werden de Nederlandse paspoorten gebruikt om die kennis (zij het heel summier) bij te brengen. Maar hoe vaak kijk je in een paspoort?
Sommige mensen vinden een geschiedeniscanon nuttig, anderen twijfelen of het zin heeft oppervlakkige kennis – want dat is een canon natuurlijk – aan te bieden. Ik hoor bij de laatste, omdat ik dacht dat rudimentaire kennis van geschiedenis toch wel tot de basisbagage van ieder ontwikkeld mens zou behoren.
Totdat…, ja totdat ik zag hoe vorige week bij een teeveekwisje (Twee voor Twaalf) een stel jonge, niet allochtone Nederlanders in de fout ging met de vraag bij welke Belgische kustplaats prins Maurits in 1600 een overwinning had behaald op de Spaanse legers. Zie hier (op 21 minuten)! In een van de laatste nummers van het tijdschrift Wetenschap in Beeld las ik toevallig dat dit nu iets was wat iedere Nederlander wist. Ik had zelf ook de indruk dat, als er al iets was bijven hangen van geschiedenisonderwijs het dat was: 1600: slag bij Nieuwpoort. En wat doen die kukels in die kwis? Ze gaan het opzoeken! Nooit van gehoord! Een testimonium paupertatis van het Nederlandse geschiedenisonderwijs. Of van de kandidaten. Maar gelukkig wonnen ze niet. Verdiend!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten